Jaarrekening

Rechtmatigheidsverantwoording

Verantwoordelijkheid burgemeester en wethouders

De baten en lasten alsmede de balansmutaties moeten getrouw in de jaarrekening worden opgenomen. Uit het getrouw opnemen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties, blijken een drietal rechtmatigheidscriteria niet expliciet. Dit betreffen het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium. In deze rechtmatigheidsverantwoording licht het college van burgemeester en wethouders toe in hoeverre bij de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd. Dit houdt in dat de verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties in overeenstemming zijn met door de raad vastgestelde kaders zoals de begroting en gemeentelijke verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving. Bij de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening is het door de raad op 12 oktober 2023 vastgestelde normenkader van de relevante wet- en regelgeving verder toegelicht.

Deze verantwoording hanteert een grensbedrag omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. Deze grens is door de raad bepaald en bedraagt 1% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves en is daarmee vastgesteld op € 863.303 De grondslag voor deze verantwoording is de Kadernota Rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV van november 2023.

Bevinding

Het college is van mening dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties bruto niet rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde grens. 

De geconstateerde afwijkingen betreffen:

  • Afwijkingen inzake begrotingscriterium:    € 4.591.000      
  • Afwijkingen voorwaarden criterium:    €    729.000

De afwijkingen inzake het begrotingscriterium bestaan voor € 2.144.000 uit overschrijdingen op programmaniveau en voor € 2.447.000 op investeringskredieten.

De overschrijdingen op programmaniveau bestaan uit een overschrijding op programma Leven (€ 1.319.000) en Wonen (€ 825.000), deze overschrijdingen passen binnen de afspraken die zijn gemaakt met de raad in de Financiële verordening. De overschrijding op investeringskredieten heeft voor € 2.327.000 betrekking op het krediet voor de Michiel de Ruyterbrug. Hierin is de raad reeds in 2022 over geïnformeerd. De overschrijding op programmaniveau van € 2.144.000 en op het investeringsbudget van € 2.327.000 passen binnen de afspraken die met de raad zijn gemaakt. Na toetsing aan de afspraken met de raad resteert een rechtmatigheidsfout van € 849.000. De resterende rechtmatigheidsfout blijft daarmee netto binnen de verantwoordingsgrens zoals deze is vastgesteld door de raad.

In de paragraaf bedrijfsvoering is op basis van de Kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV en op basis van de afspraken met de raad aanvullende informatie opgenomen over de financiële rechtmatigheid. In deze paragraaf heeft het college ook beschreven welke actie hij onderneemt om vermelde afwijkingen in de toekomst te voorkomen.

Deze pagina is gebouwd op 06/24/2024 11:08:17 met de export van 06/24/2024 11:05:28