Jaarrekening

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding

De jaarrekening 2023 is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. Waar mogelijk zijn vergelijkbare cijfers uit de jaarrekening 2022 weergegeven.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd, waarbij het grondbedrijf gebruik maakt van de Poc-methode. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als baten genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.

Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld door reorganisaties) dient wel een verplichting gevormd te worden.

Immateriële vaste activa

De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven, tenzij op andere wijze dekking is aangegeven. Het startmoment van de afschrijving vangt aan op 1 januari volgend op het jaar van ingebruikname van het gerelateerde immateriële vaste actief. Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

Materiële vaste activa

 
De materiële vaste activa wordt onderverdeeld in 3 categorieën:

  1. Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;
  2. Investeringen met economisch nut;
  3. Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut.

Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
Wanneer investeringen grotendeels of volledig worden gedaan voor riolering, het inzamelen van huishoudelijk afval waarvoor op grond van art. 229 lid 1 a en b Gemeentewet worden geheven, dan worden deze investeringen op de balans opgenomen in een aparte categorie: de investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.

Investeringen met economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht.

Slijtende investeringen worden vanaf 1 januari volgend op het jaar van ingebruikname lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur. Alleen wanneer de restwaarde substantieel is, wordt er een restwaarde gehanteerd. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Het BBV schrijft voor dat naar de investeringen met economische nut ook de investeringen met maatschappelijk nut worden geactiveerd. Afschrijving vindt plaats over de verwachte levensduur. Het betreft hier onder andere infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken. 

De gehanteerde afschrijvingstermijnen:
In de nota waardering & afschrijving 2022 zijn diverse afschrijvingstermijnen vastgesteld door de raad. In de bijlagen zijn de afschrijvingstermijnen uit deze nota opgenomen.

Financiële vaste activa

 
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden.

Bijdragen aan activa van derden worden geactiveerd, conform het bijbehorende raadsbesluit. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. Het startmoment van de afschrijving vangt aan op 1 januari volgend op het jaar van ingebruikname van het actief, waar de verleende bijdragen voor verstrekt zijn. De afschrijvingstermijn is gelijk aan de afschrijvingstermijn die de derde hanteert.

Voorraden

De als “onderhanden werken” opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Bij de grondexploitaties vindt tussentijdse winstnemingen plaats aan de hand van de algemeen aanvaardbare methodiek Percentage of completion (Poc-methode). Voor verwachte verliezen wordt direct een voorziening gevormd ter hoogte van de verwachte verliezen, waardoor de waarde van de voorraad vermindert.

Vorderingen en overlopende activa

De vorderingen worden tegen nominale waarde gewaardeerd. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statistisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

Liquide middelen en overlopende posten

Deze activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Eigen vermogen

Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het gerealiseerde resultaat.

Voorzieningen

Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. Onderhoudsegalisatievoorzieningen zijn gebaseerd op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. Voorzieningen oninbaarheid debiteuren wordt direct in mindering gebracht op het debiteurensaldo. Soortgelijk wordt gehandeld met de verliesvoorziening grondexploitaties. Deze wordt direct in mindering gebracht op de voorraad.

Vaste schulden

Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Vlottende passiva

De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Borg- en garantstellingen

Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.

Beleidsregels toepassing WNT

De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi-publieke-sector (WNT) is met ingang van 1 januari 2013 van kracht en wordt overeenkomstig deze regels in de jaarrekening opgenomen.

Deze pagina is gebouwd op 06/24/2024 11:08:17 met de export van 06/24/2024 11:05:28